Op zaterdag 4 juni bezochten we met de parochieploeg de orthodoxe parochiekerk Heilige Apostel Andreas, gelegen in het oud begijnhof te Gent, meer bepaald in de Sophie Van Akenstraat. Langs de ene kant van de straat bevindt zich de kleine kerk en daar tegenover de grotere kerk met ontmoetingsruimte.
De kleine kerk was de eerste kerk die de parochie in gebruik nam. Een heel kleine ruimte van ongeveer tien meter op zes. De gebedsruimte wordt gebruikt voor liturgische feesten tijdens de week, voor de vespers en doopsels. Begrafenissen en vieringen waar meerdere personen verwacht worden gaan door in de grotere kerkruimte. Het is de kleine ruimte, het gebedshuis, dat we bezochten.
Aanleiding hiertoe was dat iconograaf Joris Van Ael er vijftig vierkante meter fresco’s aanbracht. Een werk van 6 maand, voorstudie en denkwerk niet meegerekend!
De voorkant van ons werkboekje rond de doopcatechese is trouwens een afbeelding van één van deze fresco’s. De afbeelding is ook te zien op de banners in de kerken van onze Gabriëlparochie.
Joris Van Ael kreeg de opdracht voor dit werk van Dominique Verbeke, aartspriester van de orthodoxe parochie.
Er is een wand gewijd aan het doopsel en het paasmysterie. Ook de aartsvaders, de profeten, gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament, Moeder Gods Maria, Johannes de Doper en Jona zijn een vaste waarde op de wanden. De zijwanden zijn voorzien van heiligenfiguren uit de oosterse en de westerse Kerk, wat de ruimte een oecumenisch karakter geeft. Dat was een voorwaarde van aartspriester Dominique. Oecumene vindt hij heel belangrijk. En of hij gelijk heeft.
Als je in de stilte van de gebedsruimte rondkijkt, dan zie je de bijbelverhalen opleven!
Joris Van Ael is een zelfstandig iconograaf. Zijn opleiding kreeg hij van orthodoxe leermeesters in Parijs. Hij schilderde al heel wat iconen voor diverse abdijen in Vlaanderen en Nederland. Op zijn 65ste leerde hij de techniek om fresco’s aan te brengen op de muur. Fresco’s worden, zoals velen misschien denken, niet rechtstreeks geschilderd op de muur. De fresco’s zijn eigenlijk de muur zelf. Er werd eerst een kalk- en zoutlaag op de muren aangebracht door vakmannen. Daarop bracht Joris dan verschillende pleisterlagen aan. In de laatste nog natte pleisterlaag werden dan de fresco’s getekend aan de hand van de op voorhand getekende en ingekleurde houtskooltekeningen. De kleuren werden bekomen door het mengen van cement met gekleurd steenpoeder. Vakmanschap ten top. Deze fresco’s zijn dus zoals reeds gezegd, de muur zelf. Geen schilderingen. Gewoonweg prachtig.
Joris gaf op een ongelofelijk vlotte, zachte en boeiende manier uitleg over het leven van de sommige heiligen, de betekenis achter de bijbelverhalen, de indeling van de orthodoxe gebedsruimte en de technische kant van het tot stand komen van de fresco’s.
Tijd voor koffie met een koekje in de ontmoetingsruimte en meteen de start van het tweede deel van ons bezoek. In gesprek gaan met de aanwezigen die bestonden uit gelovigen uit de rooms-katholieke Kerk, de protestantse Kerk en de orthodoxe Kerk. We werden opgedeeld in drie gespreksgroepen en beantwoordden de vragen uit het werkboekje ‘Leven vanuit de doop’, p 32 -34:
Ronde 1: De doop is veel meer dan nieuw leven verwelkomen. We delen er in Jezus’ Pasen: de oude mens sterft én nieuw bestaan opent zich. ‘
Hoe weet ik mij hier uitgedaagd? Dat we zijn overgegaan van dood naar leven toont zich in een nieuwe manier van handelen en spreken. Hoe zie ik dit gebeuren in het dagelijkse leven.
Ronde 2: ‘Het doopsel leidt tot een revolutionaire gelijkheid tussen allen die het sacrament ontvangen’ (Paus Franciscus)
Door de doop wordt wat menselijk gezien verdeelt tot een eenheid gebracht. Hoe daagt deze zienswijze christengemeenschappen van deze tijd uit? En wat betekent het voor de dialoog tussen de verschillende Kerken?
Ronde 3: Door de doop komt Gods Geest in je wonen.
De verbondenheid met Christus beleven, een nieuwe stijl van leven vinden (ronde 1), een ander soort gemeenschap vormen (ronde 2): het is maar mogelijk in de mate dat Gods Geest in ons werkt. Toch is Hij in de Latijnse Kerk sinds eeuwen de Grote Vergetene; het lijkt wel alsof we op eigen houtje proberen geloven. Hoe daagt het woord van Paulus je dan uit?
Afsluitronde: Protestanten, orthodoxen, anglicanen en rooms-katholieken erkennen elkaars doop. Het voornaamste hebben ze dus gemeenschappelijk. Dat neemt niet weg dat er in de praktijk van de Kerken een diverse en rijke beleving van het doopsacrament bestaat.
Welke overeenkomsten of verschillen rond de betekenis van de doop hoor je in de andere getuigenissen? Waar weet je je uitgedaagd?
Tijdens de werkgroepen hoorden we de getuigenis van een vrouw die toen ze 23 was onder het communistisch regime zat. Een bezoek aan Londen bracht verandering in haar leven toen ze de Angelicaanse kerk leerde kennen. Het geloof ging zoveel voor haar betekenen dat ze zich wilde laten dopen in haar eigen land. Dit was niet zonder risico’s en gebeurde in het geheim in een klein kerkje met enkele getuigen. Een sterke getuigenis van een vrouw met heel veel wilskracht en levensmoed.
Het was een boeiende en interessante namiddag. Door naar elkaar te luisteren en met elkaar in gesprek te gaan, kreeg ik een andere kijk op bepaalde aspecten binnen de verschillende geloofswerelden.
Bron: Werkboekje bisdom ‘Leven vanuit de doop’
Nicole Verstraeten.