Stel je even voor. Je zit in een kerkgebouw en je luistert naar muziek van Bach. Die muziek volgt het ritme van een rustige hartslag en neemt ons mee op een wolk van hoop. Zonder dat je het beseft, kijk je omhoog en word je zelf een beetje deel van het transcendente mysterie, iets wat je als gewone sterveling in je eigen taal moeilijk kan vatten.
Dat Maria met ziel en lichaam ten hemel werd opgenomen, is eveneens een mysterie dat vreemd genoeg pas in 1950 als een dogma, dat is een vastomlijnde leerstelling van de Kerk, geproclameerd werd. Een dogma legt het echter allemaal wat beredeneerd uit waardoor dat ongrijpbare mysterie een beetje naar de achtergrond verdwijnt. Daarenboven bestond het geloof in de Tenhemelopneming reeds veel vroeger dan 1950. Dit geloof behoorde al eeuwenlang tot de kerkelijke traditie en de volkse verering van Maria.
Maria was wellicht een heel gewone jonge vrouw die tweeduizend jaar geleden in Nazaret leefde, een dorpje in Palestina. Hoe zij er in werkelijkheid uitzag, hoe haar stem klonk, we zullen het nooit achterhalen. Historische bronnen daarover zijn schaars en over een zekere Maria uit Nazaret zelfs onbestaande. Er bestaat geen authentiek portret van haar, er is geen biografie over haar geschreven en eventuele dagboeken of memoires zijn evenmin bewaard. We weten zelfs niet of ze wel kon lezen en schrijven. Maria als historische figuur beschrijven, het is onbegonnen werk.
Het enige wat de evangelisten ons over haar leven vertelden, was dat ze als een alleenstaande moeder samenleefde met een zekere Jozef, een timmerman. Ze was zwanger geworden door de Heilige Geest en haar zoon heette Jezus. Ze hebben eens drie dagen naar hem moeten zoeken omdat hij als twaalfjarige in de tempel was blijven discussiëren. De evangelisten vertelden nog dat Maria ooit samen met haar zoon aanwezig was op een bruiloft in Kana, een stadje niet zo ver van Nazaret. Ze hebben toen een discussie gehad over de wijn. Later werd Maria verscheurd door verdriet wanneer ze haar zoon zag sterven aan het kruis.
De eerste christenen hadden echter vlug door dat Maria, als moeder van God, een speciale rol te spelen had. Dat eenvoudig meisje uit Nazaret werd een rolmodel. Ze werd door het volk spontaan naar voren geschoven alsof men in de toenmalige mannelijke Kerk - die het in de gewijde hiërarchie nog steeds is - een vrouwelijk tegengewicht zocht. De mensen hadden behoefte om zich tot deze bijzondere vrouw te kunnen richten.
Ook al wisten ze niet zoveel over haar als persoon, ze werd beschouwd als de moeder van God, de vrouw die God gebaard had of de Theotokos. Onmiddellijk na haar dood is ‘Zij ons voorgegaan’, schreef Christine Waegemans, ‘op weg naar een nieuw leven, waar elke mens tot zijn volle recht komt.’ Maria was immers de eerste mens die kon deelnemen aan de verrijzenis van de Heer waardoor voor alle mensen een perspectief werd geopend.
Deze uitzonderlijke positie maakte van Maria eveneens een bemiddelaar tussen de mens en God. Door haar voorspraak was veel mogelijk. Maria Middelares – de naam ook van heel wat ziekenhuizen - is voor veel mensen een teken van hoop. Wat er zich in het leven ook heeft voorgedaan, wie tot inzicht komt en zich tot Maria richt, kan gered worden. De volksdevotie voor Maria was dan ook zeer groot.
Tot op vandaag slaan de religie, de devotie en de kunst telkens een brug om dat mysterie voor de mens begrijpelijk te maken. Zelfs wanneer die kunst oorspronkelijk niet religieus bedoeld was, borrelt er soms een diepere betekenis uit op. Wanneer Paul McCartney de troostende woorden zong over zijn te vroeg gestorven moeder Mary - Mother Mary, comes to me, speaking words of wisdom, let it be – was hij er zich terdege van bewust dat velen deze song religieus zouden interpreteren.
De devotie voor Maria is nog altijd aanwezig, niet alleen in popsongs, maar zeker in het gebed, in de bedevaartsoorden en zelfs in de vele veldkapelletjes die we in onze eigen buurt langs de weg kunnen zien en waar we soms achteloos aan voorbijrijden. In het dekenaat Wetteren dat zich uitstrekt van Lede tot Merelbeke en van Laarne tot Oosterzele, zijn er honderden devotiekapellen en kapelletjes, groot en klein. Waar men gaat langs Vlaamse wegen komt men letterlijk Maria tegen. Onze-Lieve-Vrouwparochie van Lede en Groot-Wichelen draagt daarenboven als één van de vier overkoepelende parochies in ons dekenaat dan ook met trots haar naam.
Maria is een voorbeeld voor alle gelovigen. Ze is gedurende tweeduizend jaar uitgegroeid tot een bijzondere vrouw waar velen naar opkijken. Een vrouw en moeder waar we troost aan vragen en waar we hoop uit putten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de oorspronkelijke moederdag niet in mei, maar op 15 augustus ter gelegenheid van de Tenhemelopneming gevierd wordt.
Marc Van Kerchove